Redactie - 16 december 2019
Vakantie in Turkije? Dat betekent toch je in de watten laten leggen in een super de luxe all inclusive? Zeker, maar je kunt er ook een fantastische autoroute maken langs beroemde antieke opgravingen. Langs de noordwestkust ligt de Oudheid voor het oprapen. Auto huren in Izmir en op naar Troje!
De route: vlieg op Izmir, huur een auto en rijd richting Teos (40 km). Vanuit Teos rijd je terug naar Izmir en rijd je dwars door de stad richting het noorden. Tip: maak eenmaal op de snelweg na Menemen de lus naar Foça, een rit langs mooie baaien, die helaas eindigt in een industriegebied van het kaliber Pernis, maar de eerste kilometers zijn werkelijk van een klassieke schoonheid. Het stadje zelf is oud Ottomaans en erg aangenaam: boulevard, dure zeiljachten, een hamman, pleintje, terrasjes etc. Bijzonder: Foça staat bekend om de monniksrob, een zeehondensoort die met uitsterven bedreigd wordt en waarvan er voor de kust van Turkije nog maar een kleine honderd leven. Vanuit Foça kun je boottripjes maken om deze zeldzame zeehond te spotten. Vervolg de rit naar Pergamon. De afstand Teos – Pergamon (via Foça) bedraagt ongeveer 175 km. Vanuit Pergamon is het ongeveer 60 km rijden naar het havenplaastje Ayvalik, een leuke overnachtingsplek. Vanuit Ayvalik rijd je naar Assos, deels langs de kust. Afstand: ongeveer 120 km. In Geyikli kun je eventueel de veerboot naar het eilandje Bozcaada nemen, wat ongeveer 20 minuten varen is. Afstand Assos – Geyikli: circa 65 km. Na Geyikli volgt een prachtige autoroute door glooiend bijna Toscaans landschap naar Troje. Afstand Geyikli – Troje, circa 45 km. Van Troje terug naar Izmir is: 291 km. Totaal rijd je circa 800 km.
Op de verlaten ruïnes van Teos stond ooit de tempel van Dionysus, de Griekse god van de wijn. ‘A good place for a picnic’, schrijft de Lonely Planet. Nou, dan weet je het wel. Niemand. En omdat er dus helemaal niemand loopt, ga je al snel fantaseren. Wat nou als je iets van de oudheid mee naar huis neemt? Moet toch kunnen: een heel klein stukje afgebrokkeld marmer? Nee, toch maar niet. Het ligt er al zo lang.
Twee eeuwen voor Christus verrees hier het altaar van Zeus. Nu moet je voor de bezichtiging van dit beroemde en kolossale altaar naar het Pergamon Museum in Berlijn! De resten van deze spectaculair gelegen Griekse stad, gebouwd op 335 meter hoogte, zijn vergelijkbaar met de ruïnes van Knossos op Kreta en de Akropolis in Athene. Over Athene gesproken. Nadat Athene zijn politieke invloed had verloren, werden Pergamon en Alexandrië de belangrijkste centra van de oude beschaving. ‘En kijk’, roep je al snel met het enthousiasme van een kind dat voor het eerst de zee ziet, ‘daar ligt het!’ Op een heuvel, recht voor je neus ontwaar je iets wits: de Tempel van Trajanus! Wat is Pergamon mooi met zijn vele marmer, zo wit dat je er bijna sneeuwblind van wordt. De oude stad bezit ook het steilste theater van de antieke wereld. Tachtig rijen uitgehakte zetels.
Ongeveer zestig kilometer boven Pergamon vind je een havenplaatsje met veel restaurantjes en antieke straatjes. Het tempo ligt laag, het water is ansichtkaartenblauw. Een plek waar je wilt overnachten, omdat de ochtenden ze mooi zijn. Aan de kade wiegen de bekende Turkse houten jachten, gülets geheten. Erboven cirkelt een groepje meeuwen.
Assos is het onderwijscentrum uit de oudheid, waar niemand minder dan Aristoteles nog heeft lesgegeven. Drie dorische zuilen zijn er nog over van de tempel van Athena, die hier in de zesde eeuw voor Christus werd gebouwd, 238 meter boven de zeespiegel. Beneden deint de Egeïsche zee en groeien de olijfbomen tot aan het strand. De akropolis diende als bewaker van de Golf van Edremit. Ook werd er lesgegeven. Dit, zoals gezegd niet door de eerste de beste. Plato’s bekendste leerling doceerde er drie jaar. Mooiste uitspraak van Aristoteles: ‘Alle geniale mensen zijn melancholici’.
Het eiland Bozcaada is 4 bij 6 kilometer groot, en Griekser dan Demis Roussos, voor wie dat nog iets zegt, al ben je in Turkije. Waarom naar Bozcaada? Daar kunnen we kort over zijn. Je gaat ernaar toe voor het ultieme eilandgevoel, het helemaal niks hoeven. Beeld je in: een bankje in een haventje op een windstille dag. Op de achtergrond klinkt het licht op de zenuwen werkende ‘gejammer’ dat onophoudelijk uit Turkse radio’s komt. Er wordt een tractor gestart, terwijl aan de kade twee mannen op hun dooie akkertje bezig zijn om een roze visnet te ontrafelen. De tafeltjes langs diezelfde kade worden alvast van wit tafellinnen voorzien. Als straks de boot aankomt, lust men misschien wel een hapje. Zo’n eilandje dus. En het ligt op de route.
Om een lang epos kort te maken, Troje valt een beetje tegen. Tenminste als je had verwacht een oude antieke stad aan te treffen. Wat je aantreft zijn grote groepen verwonderd om zich kijkende toeristen, al dan niet van Aziatische komaf, die eigenlijk niet zo goed snappen wat ze hier moeten zien. Stenen. Dat zie je hier. Heel veel opgestapelde stenen, gevolgd door nog meer stenen. Troje doet dan ook een beroep op je voorstellingsvermogen, ondanks het kolossale paard van Troje dat ze hebben nagebouwd en waar je in kunt klimmen.
Hoe zat het ook alweer met het verhaal van Homerus, dat uiteindelijk een obsessie werd voor de Duitse archeoloog Heinrich Schliemann. De zakenman, die fortuin had gemaakt tijdens de gold rush in Amerika was bezeten door Troje. In 1870 kreeg hij eindelijk toestemming om te graven. Hij ging te werk op basis van de Iliasin de heuvel Hissarlik, overigens hoofdschuddend gadegeslagen door beroepsarcheologen; Schliemann zou meer vernietigen dan opgraven met zijn lompe manier van werken. Maar hij vond wel wat hij zocht: het oude Troje, inclusief de juwelen van Helena. De drieduizend jaar oude sieraden hing hij om de hals van zijn vrouw Sophie. Pure blasfemie in de ogen van academici. Erger: Schliemann wist de juwelen uit Turkije te smokkelen en schonk ze uiteindelijk aan zijn geboortestad Berlijn. Wie ze nu wil bewonderen zal naar Moskou moeten afreizen, want de antieke sieraden zijn aan het einde van de Tweede Wereldoorlog uit het gebombardeerde Berlijn meegenomen door het Russische leger. Een mooie volgende bestemming, lijkt ons: Moskou.
Bron: ANP